Hoe mijn eigen auto bewijst dat IoT zijn belofte waarmaakt

Sinds januari 2015 rijd ik in een BMW i3. Deze auto is niet alleen elektrisch, maar dankzij de ingebouwde sensoren en een eigen web- en appverbinding ook always connected. Met mijn eerste auto was ik gewend om elke vijftienduizend kilometer naar de garage te gaan voor een kleine beurt, iedere dertigduizend kilometer was het tijd voor de grote beurt. Was het nodig? Geen idee, maar het stond zo in het boekje. Mijn huidige auto meet met naar verluidt tweeduizend sensoren echter zoveel data, dat deze zelf via het dashboard of de app aangeeft wanneer hij service nodig heeft. De vaste onderhoudsinterval is daarbij verdwenen; een perfect voorbeeld van Internet of Things (IoT) in de praktijk.

Geen onnodige onderhoudsbeurten meer

Daarin zie ik een parallel met Facility Management; de belofte van IoT is ook daar enorm. Sensoren in gebouwen meten de prestatie van het gebouw en detecteren kleine verstoringen eerder dan wij als mensen nu kunnen. Deze technologie belooft een geweldige besparing op onderhoud, terwijl de prestatie beter dan ooit gemonitord wordt en de gebruiker zonder onderbreking vooruit kan. Wat in onroerend goed deels nog toekomst is, is in roerend goed vandaag al de praktijk: geen vaste onderhoudsintervallen meer.

Inzetten op IoT met behulp van sensoren zorgt ervoor dat het gebouw altijd in goede staat is. Met vaste onderhoudsbeurten zit je vaak ver van het optimum. Planmatig onderhoud kan ertoe leiden dat onderdelen te vroeg of zelfs onnodig worden vervangen. De planmatige grens van 15.000 kilometer van mijn auto was in die tijd vaak na drie maanden al bereikt; was het dan écht nodig om al naar de garage te gaan? Alleen reactief onderhoud is ook geen goed idee; als het olielampje van de auto gaat branden, wordt de reis iets minder ontspannen, zeker als dit leidt tot een ongepland bezoek van de wegenwacht. Mensen kunnen het ideale onderhoudspunt minder goed vaststellen dan sensoren. Sensoren kunnen dat moment, in combinatie met een intelligent softwaresysteem, heel nauwkeurig bepalen. Wanneer service plaatsvindt op momenten dat dit écht nodig is, kun je er zeker van zijn dat het gebouw altijd in orde is.

Iedereen profiteert mee

Dat is niet alleen prettig voor de beheerder van het gebouw, maar ook voor de gebruikers en de omgeving. Minder onderhoud betekent simpelweg minder kosten, minder rijbewegingen van monteurs, maar ook minder verstoringen op de werkvloer. Denk bijvoorbeeld aan overlegruimtes die niet beschikbaar zijn, ladders die in het gangpad staan of geluidsoverlast op de werkplek. Hoe minder frequent dit voorkomt, hoe prettiger het is voor de gebruikers van het gebouw en dus hoe beter voor de productiviteit van de organisatie. Voor Facility Managers en serviceproviders is dit weer een kans om op een innovatieve manier budget vrij te maken voor andere investeringen, zoals hospitality.

Na ruim anderhalf jaar en 76 duizend kilometer verder, heb ik mijn autodealer nog steeds niet gezien. Ik heb voor de zekerheid nog naar de garage gebeld, maar de auto bleek ook na al die kilometers nog in prima staat. Mijn auto geeft zelf wel aan wanneer het weer tijd is voor een onderhoudsbeurt. Nee, mij hoeft niemand meer te overtuigen van de voordelen van IoT.

Portrait photo of David Stillebroer.

David Stillebroer

VP Solutions

David Stillebroer trad in 2002 in dienst bij Planon als consultant. Op dit moment houdt hij als VP Solutions toezicht op alle solution centers en innovaties bij Planon. Hij vervult een belangrijke sturende rol bij de recente ontwikkelingen van Planons software op het gebied van Environmental, Social and Governance (ESG), IoT, lease accounting en BI.

Deel dit artikel