Want wat zou je ervan zeggen als je aan de hand van Big Data in de toekomst vrij nauwkeurig kunt voorspellen wanneer een vergaderzaal beschikbaar is, hoeveel medewerkers morgen naar jouw faciliteit zullen komen en wat hun voorkeur voor de lunch zal zijn? Of wat je exacte reistijd naar kantoor morgen wordt en met welke middelen je het beste kunt reizen?
Maar eerst even terug naar de basis: wat is Big Data, en wat vooral niet? Gartner definieert het als volgt:
‘High-volume, high-velocity and high-variety information assets that demand cost-effective, innovative forms of information processing for enhanced insight and decision making.’
Het bijvoeglijk naamwoord ‘big’ verwijst eigenlijk alleen maar naar het aspect van hoge volumes. En terecht: we slaan steeds meer data digitaal op. Om een vergelijking te maken. In 2020 slaan we vijftig keer zo veel gegevens op als in 2010 en die exponentiële groei zal voorlopig nog wel even doorzetten.
Maar minstens net zo belangrijk is de enorme snelheid waarmee gegevens beschikbaar komen (high-velocity) en de verschillende verschijningsvormen (of formats) die er zijn (high-variety). Eigenlijk zou je dus moeten spreken over big, fast, varied data, maar dat bekt wat minder lekker.