Het Klimaatakkoord als richtlijn voor het verduurzamen van uw gebouwen
Het Klimaatakkoord kent één centraal doel: het tot 2030 terugdringen van de uitstoot van broeikasgassen in Nederland met 49% ten opzichte van 1990. Deze afspraak gaat gepaard met een toename in wet- en regelgeving rondom duurzaamheid in aanloop naar het akkoord. Daarnaast vindt het energieverbruik en daarmee ook de uitstoot van CO2 voor ongeveer 40% plaats binnen de bebouwde omgeving. Deze feiten zorgen voor steeds meer aandacht voor duurzaamheid onder gebouweigenaren en -beheerders. Er zijn daarnaast andere oorzaken, bijvoorbeeld dat steeds meer organisaties maatschappelijk betrokken zijn. Dit alles resulteert in een behoefte aan nieuwe stuurinformatie als input voor het technisch vastgoedbeheer binnen organisaties.
Een wereld te winnen met verduurzaming van gebouwen
Het beperken van energieverbruik zorgt vanzelfsprekend voor een reductie van de onlosmakelijk verbonden negatieve effecten van dit verbruik. Door duidelijke afspraken te maken zoals in het Klimaatakkoord, leveren wij allen een grote bijdrage aan een prachtigfe toekomstvisie: een betere wereld om in te leven voor iedereen. Er wordt vaak over het hoofd gezien dat er naast verlaging van het energieverbruik nog meer manieren zijn waarop gebouwen kunnen verduurzamen en zo kunnen bijdragen aan een betere wereld:
De Verenigde Naties heeft 17 duurzame ontwikkelingsdoelen opgesteld om de wereld ‘tot een betere plek te maken in 2030’. Eén van deze doelstellingen is ‘duurzame consumptie en productie’. Door circulariteit onderdeel uit te laten maken van de duurzaamheidsdefinitie richt het verduurzamen van gebouwen zich ook op het tegengaan van de uitputting van grondstoffen door bewust materiaalgebruik in bijvoorbeeld het onderhoudsproces. Hiermee kan dan ook een bijdrage geleverd worden aan de doelstelling ‘duurzame consumptie en productie’. Maar ook aan een ander doel – gezondheid en welzijn – kan een gebouw een belangrijke bijdrage leveren. In Nederland brengen we maar liefst 90 procent van onze tijd binnen door. Wonen, werken, leren, shoppen – het gebeurt allemaal in gebouwen. Een gezond gebouw heeft een positief effect op zowel het menselijk welbevinden als productiviteit. Door bewust om te gaan met zaken als frisse lucht, licht, temperatuur, geluid en groen dragen gebouwen beter bij aan de gezondheid van mensen. Zo is er letterlijk een wereld te winnen als we onze gebouwen verduurzamen.
Verschillende instrumenten voor beoordeling van duurzaam vastgoed
Om de huidige duurzaamheidsstaat van gebouwen vast te stellen kunnen veel instrumenten worden gebuikt. Zo zijn er wereldwijd wel meer dan 600 ratings voor duurzaam vastgoed. In Nederland zijn vooral het energielabel en het Energie Prestatie Advies bekende instrumenten als het gaat om energie. Voor een bredere definitie van duurzaamheid zijn instrumenten als BREAAM of GPR Gebouw beter geschikt. Deze laatste instrumenten kijken namelijk ook naar water- en materiaalgebruik. Waar BREEAM ook rekening houdt met het welzijn van gebouwgebruikers, richt GPR Gebouw zich meer op de toekomstwaarde van het gebouw. Hoewel deze verschillende instrumenten elkaar vaak overlappen en de verschillen minimaal zijn, bestaat er dus soms een verschil in de breedte waarbij de term duurzaamheid wordt gehanteerd.
Wat ook interessant voor u kan zijn
Wet- en regelgeving in het kader van energiebesparing
Vooruitlopend op het Klimaatakkoord is er voor Nederlandse gebouweigenaren al een toename merkbaar op het gebied van wet- en regelgeving in het kader van duurzaamheid. Belangrijke eisen waaraan al voldaan moet worden zijn bijvoorbeeld:
- De Energielabelplicht: dit houdt in dat een energielabel moet zijn geregistreerd voor woningen en utiliteitsgebouwen bij verkoop, verhuur of oplevering. Dit geldt voor publieke gebouwen van overheidsinstanties die groter zijn dan 250 m². Vanaf 2023 wordt deze verplichting uitgebreid en moet vanaf dat moment minimaal energielabel C geregistreerd zijn voor alle kantoorgebouwen in Nederland.
- EED-energie-audit plicht: deze audit is verplicht voor organisaties die een jaarlijks balanstotaal hebben van meer dan 43 miljoen en 250 fte (of een jaaromzet van 50 miljoen). De EED-energie-audit is een vierjaarlijkse procedure waarbij het actuele energieverbruiksprofiel van een organisatie in kaart wordt gebracht. Hiermee kunnen mogelijkheden voor kosteneffectieve energiebesparing worden gesignaleerd en gekwantificeerd. Vervolgens wordt er een verslag van de resultaten naar buiten gebracht.
- Het Activiteitenbesluit Milieubeheer: dit besluit verplicht organisaties om energiebesparende maatregelen uit te voeren voor gebouwen met een terugverdientijd van vijf jaar of minder. Dit geldt specifiek voor organisaties die meer dan 50.000 kWh elektra of 25.000 m3 aardgasequivalenten aan brandstoffen verbruiken.
- Informatieplicht energiebesparing bedrijven: als toevoeging aan het bestaande Activiteitenbesluit geldt vanaf 1 juli 2019 een informatieplicht. Door de informatieplicht is het voor de handhavers makkelijker om te controleren op naleving van het Activiteitenbesluit. Een organisatie voldoet aan deze nieuwe informatieplicht als uiterlijk op 1 juli 2019 naar waarheid een compleet rapport is opgestuurd waarin staat welke energiebesparende maatregelen er zijn getroffen. Als uitgangspunt moet gebruik worden gemaakt van een lijst van erkende maatregelen, zoals die van Kenniscentrum InfoMil.
Subsidies voor duurzame gebouwen
Voor het verduurzamen van vastgoed zijn verschillende subsidies beschikbaar gesteld door de overheid. De belangrijkste subsidieregelingen zijn:
- Energie-investeringsaftrek (EIA) 2019: Als u als bedrijf, vereniging of stichting in energiezuinige technieken en duurzame energie wilt investeren, dan kunt u fiscaal voordeel behalen met de Energie-investeringsaftrek (EIA). Gemiddeld genomen levert dit 11% voordeel op voor de totale investering. Voor 2019 is er een budget van € 147 miljoen. Bovendien zorgen energiezuinige investeringen voor een lagere energierekening.
- Milieu-investeringsaftrek (MIA) 2019 & Willekeurige afschrijving milieu-investeringen (Vamil) 2019: De MIA en VAMIL zijn twee verschillende regelingen maar worden vaak gecombineerd. Beide regelingen maken gebruik van een gezamenlijke lijst, de zogenaamde Milieulijst. Op deze lijst staan alle bedrijfsmiddelen die in aanmerking komen voor MIA en/of VAMIL. Ieder jaar verschijnt een nieuwe Milieulijst. Met de MIA profiteert u van een investeringsaftrek die kan oplopen tot 36% van het investeringsbedrag. Het budget voor 2019 voor MIA is € 114 miljoen. Met de Vamil kunt u 75% van de investeringskosten afschrijven. Voor Vamil is dit jaar € 25 miljoen beschikbaar.
- Stimulering Duurzame Energieproductie (SDE+) 2019: De SDE+ is een exploitatiesubsidie, waarbij het verschil tussen de kostprijs van grijze (fossiele) energie en die van duurzame energie wordt vergoed over een periode tot 15 jaar. De SDE+ subsidie is beschikbaar voor projecten die energie opwekken uit hernieuwbare bronnen zoals Biomassa, Geothermie Water, Wind (land, meer en waterkering) en Zon. Het budget voor de regeling SDE+ voorjaarsronde 2019 is € 5 miljard. In het najaar wordt er een tweede openstellingsronde verwacht. Vóór 1 juli 2019 wordt hierover een definitief besluit genomen.
- Investeringssubsidie duurzame energie (ISDE) 2019: De Investeringssubsidie duurzame energie (ISDE) geeft u een tegemoetkoming bij de aankoop van zonneboilers, warmtepompen, biomassaketels en pelletkachels. De regeling is voor zowel particulieren als zakelijke gebruikers. Het budget is € 100 miljoen in 2019.
Het aanvragen van deze subsidies kunt u doen via eLoket van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland. Voor toegang tot eLoket heeft u als organisatie eHerkenning niveau 1 nodig. Wenst u ondersteuning bij uw aanvraag, neem dan direct contact met ons op.
Wat ook interessant voor u kan zijn