Waar laten we al deze fietsen?
Nederland is natuurlijk het fietsland bij uitstek. Vorig jaar bereikte de fietsgekte in Nederland zijn hoogtepunt: er reden toen 22,5 miljoen tweewielers rond, wat het gemiddelde op 1,3 fiets per Nederlander bracht. Volgens het Nederlandse Bureau voor de Statistiek (CBS) wordt er met iedere fiets gemiddeld 900 kilometer gereden, voornamelijk richting school, werk en het treinstation. En eenmaal aangekomen op de plaats van bestemming, moeten al die fietsen natuurlijk worden geparkeerd.
Vooral naast treinstations vinden we, soms gigantische, fietsenstallingen. Momenteel zijn er bijvoorbeeld 10.000 plekken om je fiets te stallen bij Amsterdam Centraal, een aantal dat de komende jaren wordt verdubbeld. In Utrecht is vorig jaar een compleet nieuw ‘fietspark’ aangelegd bij het station, met ruimte voor 4.200 fietsen. Het moge duidelijk zijn: grote steden doen er alles aan om aan de grote vraag naar fietsstallingen te voldoen. Maar daarmee ontstaat er een nieuw probleem. Want hoe weet je waar er plek is, als je met je fiets in één van deze gigantische stallingen staat?
Je fiets terugvinden met behulp van een sensor
Hier komen de sensoren om de hoek kijken. Stel je voorziet elke plek om een fiets te stallen van een sensor, die aangeeft of de plek bezet is. Deze informatie wordt doorgegeven aan informatieborden bij de ingang van de stalling, waardoor de gebruiker precies weet in welk deel of op welke etage er ruimte is om de fiets te plaatsen. Dit is een systeem dat al actief is in, onder andere, Utrecht. Dankzij de informatie die deze sensoren verzamelen, ontstaan er geen onnodige opstoppingen, fietsbewegingen en frustraties.