Duurzaam vastgoed met een geïntegreerd ERP-systeem
Lees deze blog en ontdek trends in vastgoedbeheer en de voordelen van het gebruik van geïntegreerde software voor zowel vastgoed als ERP.
Lees meerDit artikel werd eerst gepubliceerd door Facto.nl
De gebouwde omgeving is verantwoordelijk voor veertig procent van de wereldwijde CO2-uitstoot. Dat is meer dan transport en ook meer dan de industriële wereld. Dergelijke cijfers maken de urgentie van duurzamer vastgoed duidelijk. Nieuwe wetgeving voegt daar een dimensie aan toe. ESG wordt van kostenpost een investeringsvraagstuk, met een leidende rol voor facility management.
“Je kunt natuurlijk de vraag stellen of wetgeving de juiste trigger is om aan de slag te gaan met duurzaam ondernemen”, zegt Redney Janssen, business development director ESG bij Planon, marktleider in software voor vastgoed- en werkplekbeheer. “Maar goed, de wet creëert wel een business-case.”
Redney Janssen,
Business Development Director ESG, Planon
Tot voor kort hielden veel bedrijven de boot af, merkte hij. “Het thema werd vooral gezien als een kostenpost. Het moest nog niet per se en dus wachtte men liever even af. Zelfs binnen de overheid was die houding aanwezig. Maar als je nu met ESG aan de slag gaat, zie je direct dat het een investeringsvraagstuk is." Volgens Janssen zijn er inmiddels vijf redenen om ESG-compliant te willen zijn. De eerste is de meest eenvoudige: om bij te dragen aan een betere wereld. De tweede reden vertaalt zich direct in de portemonnee: minder kosten door verminderd energieverbruik. De derde reden is eveneens financieel gedreven: het voorkomen van boetes. “Als je je doelstellingen niet haalt, word je op basis van de EU taxonomie en de CSRD-richtlijn straks geconfronteerd met een carbon-tax.”
Maar er wachten meer financiële consequenties, benadrukt Janssen. “De toegang tot geld wordt afhankelijk van de mate waarin je duurzaam onderneemt. Investeerders zoeken naar groene, toekomstbestendige en rendabele investeringen. Banken zullen groene bedrijven gemakkelijker financieren tegen gunstigere rentecondities. Een ESG-label gaat concurrentievoordeel geven.”
De vijfde reden laat zich minder direct in geld uitdrukken, maar is wel degelijk heel relevant: de war-on-talent. “Nieuwe maar ook bestaande generaties willen werken bij een organisatie die duurzaam is, sociaal verantwoord werkt en goed wordt bestuurd.”
CSRD-wetgeving verplicht organisaties tot rapportage over hun activiteiten op het gebied van Environmental, Social en Governance. Daaraan wordt een jaarlijkse audit gekoppeld. “ESG wordt onderdeel van het jaarverslag, waar je als directie je handtekening onder zet.” Dit gegeven maakt de positie van facility management en vastgoedbeheer anders, voorziet Janssen. “Vanuit de vastgoedgedachte was FM altijd ondersteunend; die moest er vooral voor zorgen dat alles functioneert. Maar facility management heeft straks direct invloed op aspecten waarover de organisatie moet rapporteren. Dat geeft FM een sturende rol in primaire processen, leidend in de ESG-doelstellingen van de organisatie.”
Het is aan de facility- en/of vastgoedmanager om de corporate ESG-doelstellingen te vertalen naar concrete impactgebieden. Dat vereist gedetailleerd inzicht in de eigenschappen en het gebruik van gebouwen. En daar heeft Planon oplossingen voor. “Je wilt per portfolio, gebouw, ruimte of zélfs per asset inzicht hebben in de uitstoot en het verbruik van elektriciteit, gas, enzovoorts. Meten is weten. Vanuit dat inzicht kun je de meest urgente impactgebieden bepalen, doelen vaststellen en vervolgens die doelen monitoren.”
Mogelijke verbeterprojecten zijn er volgens Janssen in vier varianten. De eerste optie is reduceren: minder vierkante meters en minder gebouwen gebruiken. “Software kan jou laten zien hoe een gebouw wordt gebruikt. Het komt na corona voor dat bepaalde ruimtes voor nog slechts tien procent worden gebruikt, terwijl wel de volle mep aan huur wordt betaald. De meest duurzame vierkante meter is de vierkante meter die je niet nodig hebt.”
Een tweede verbetering zit in het vervangen van fossiele brandstoffen, oftewel elektrificeren. De derde optie is het zelf opwekken van energie, via bijvoorbeeld zonnepanelen, of inkoop van groene energie.
Een vierde en laatste verbeterproject is digitaliseren en automatiseren. “Dat maakt namelijk efficiënte facilitaire dienstverlening mogelijk, zoals schoonmaak, verwarming en verlichting alleen als het nodig is. IoT-oplossingen dragen bij aan procesoptimalisatie, zonder menselijke inbreng. Dat resulteert in minder fouten, minder kosten, minder ‘waste’ en een hogere efficiency.”
Dat geldt volgens hem ook voor onderhoud. “Gebruiksdata kun je via een Building Management Systeem (BMS) koppelen met het onderhoudsproces. Je kunt onderhoud gaan voorspellen en (automatisch) just-in-time uitvoeren. Dat maakt het duurzamer én veiliger.” Volgens Janssen is een goed onderhouden asset dertig tot zestig procent duurzamer dan een niet goed onderhouden asset.
Binnen deze context liggen er voor facility management talloze kansen, vindt Redney Janssen. “Door de facilitaire diensten beter af te stemmen op het daadwerkelijke gebruik, kan de CO2-voetafdruk binnen een vastgoedportefeuille flink worden verlaagd.”
Een volgende stap is het circulair maken van gebouwen. Aansluitend op het overheidsprogramma ‘Nederland circulair in 2050’ werkt Planon daartoe met de Building Circularity Index©. Die is ontwikkeld in samenwerking met Alba Concepts: Alba levert kennis rondom circulariteit van gebouwen, Planon-software verricht de berekeningen. “Het is een meetinstrument om circulariteit van zowel nieuwe als bestaande gebouwen te berekenen. De index maakt duidelijk wat je kunt doen om dit te verbeteren. Je kunt gaan sturen op CO2-reductie en circulariteit in ontwerp- en ontwikkelprocessen.”