Green university building.

Hoe universiteiten een bijdrage kunnen leveren aan het terugdringen van CO2-uitstoot

Veel universiteiten willen hun uitstoot van koolstofdioxide (CO2) terugdringen. Dat gaat echter niet zo makkelijk omdat diverse factoren, zoals mobiliteit, afval en energieverbruik, de uitstoot van CO2 bepalen. Zelfs koeien blijken van negatieve invloed op het broeikaseffect. Inzicht in CO2-uitstoot is daarom erg belangrijk. Hoe kunnen universiteiten de aanwezige informatie bundelen en analyseren om eenvoudig de juiste inzichten voor verbetermaatregelen te krijgen?

Het thema ‘duurzaamheid’ staat al jaren hoog op de agenda van allerlei instanties, zo ook bij onderwijsinstellingen. Daarom hebben de overheid, hogescholen en universiteiten de handen ineengeslagen om vóór 2020 de uitstoot van koolstofdioxide fors te verlagen. Door zich op die manier een groener imago aan te meten, hopen universiteiten bovendien studenten voor zich te winnen.

CO2-uitstoot in kaart brengen

De vraag is wat je moet doen om de CO2-uitstoot te reduceren. De uitdaging zit hierbij vaak in het kiezen van net die projecten die het meest bijdragen aan de doelstelling. Daarnaast moeten de resultaten van deze projecten natuurlijk ook gemonitord en beoordeeld worden. Hierbij moet rekening worden gehouden met verschillende factoren. Het energieverbruik per type universiteitsgebouw kan bijvoorbeeld enorm verschillen. Zo is het energieverbruik van een collegezaal relatief laag, maar dat van een onderzoekslaboratorium weer relatief hoog.

Die diversiteit maakt het voor universiteiten lastig om te benchmarken, omdat verschillende typen gebouwen niet zomaar met elkaar te vergelijken zijn. Hoe kunnen ze dan tot de juiste CO2-aanpak komen? Om te beginnen is het verstandig om de totale ‘footprint’ te berekenen, waarbij alle factoren die CO2 uitstoten in kaart worden gebracht. Wat niet helpt is dat deze informatie vaak op verschillende plekken wordt verzameld of zelfs helemaal niet in kaart wordt gebracht. Het is daardoor simpelweg onmogelijk om een betrouwbare optelsom te maken. Die berekening is echter wel nodig om de juiste aanpak te kiezen voor het terugdringen van de CO2-uitstoot. Een IWMS biedt uitkomst bij het op een gestructureerde manier meten en monitoren van energieverbruik, de CO2-emissie en de hieraan gerelateerde kosten.

Drie belangrijke pijlers

Er zijn drie pijlers waar universiteiten zich met name op richten bij het verminderen van de uitstoot:

  1. Bedrijfsvoering – Hier gaat het onder meer om het verduurzamen van de gebouwen en het verminderen van het energieverbruik. Het moeten voldoen aan een bepaald energielabel of het behalen van een keurmerk zijn daarbij belangrijke drijfveren.
  1. Afval - Terugdringen van afval door onder andere het aanscherpen van afspraken met leveranciers, zoals de cateraar of de winkels op de campus. Een voorbeeld is het creëren van (gratis) watertappunten, zodat er geen plastic flesjes water meer hoeven worden te verkocht.
  1. Mobiliteit – Ongeveer de helft van de CO2-uitstoot bij universiteiten wordt veroorzaakt door transport. Denk hierbij aan studenten die naar de universiteit reizen of onderzoekers die congressen bezoeken. Ook hier lijkt nog een grote winst te behalen.

En voor wat betreft het terugdringen van de CO2-uitstoot van de koeien? Uit onderzoek blijkt dat door samenstelling van veevoer te veranderen deze uitstoot kan worden teruggebracht. Ook daar spelen (landbouwgerelateerde) universiteiten een rol. Want niet alleen door het verminderen van de eigen CO-uitstoot, maar ook door het doen van wetenschappelijk onderzoek, leveren universiteiten een aanzienlijke bijdrage aan het terugdringen van wereldwijde broeikasgassen.

Deel dit artikel